Na een half jaar thuiswerken is de rek eruit. Kranten koppen met ‘Eenzaamheid grijpt thuiswerkers naar de keel‘, het risico dat we massaal ‘digitale lopendebandmedewerkers‘ worden en dat ‘ruim de helft van de jongeren angstig of gestrest is door corona’.
Ondanks dat sommige bedrijven inmiddels juist een grote kans zien in het nieuwe thuiswerken, sluimert er een groot risico. Initieel toonde onderzoek aan dat leidinggevenden zich met name druk maakten over de productiviteit en betrokkenheid van werknemers. Overwerk en eenzaamheid volgenden pas veel later. Inmiddels blijken die psychische gevolgen veel zorgwekkender.
De gemiddelde werknemer verandert langzamerhand in een Zoombie. Dagelijks spreek ik mensen die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat achter hun scherm zitten gekluisterd. Non-stop van het ene gesprek in het andere overgaan. Op dezelfde stoel, in dezelfde kamer. Zonder verder enige fysieke vorm van beweging, interactie of communicatie.
De angst voor corona, baanonzekerheid en gebrek aan fysiek contact heeft ervoor gezorgd dat veel werknemers een continue gevoel van stress ervaren. Met als gevolg dat ze een tunnelvisie creëren en niet meer logisch nadenken.
Je grijpt dan vaak naar de meest voor de hand liggende zaken. In dit geval nog harder werken, omdat je daarvan in ieder geval weet dat het van je verwacht wordt. Als je maar zichtbaar bent, kan je baas je daar in ieder geval niet op afrekenen.
Het is dankzij de crisis vaak extreem hectisch met weinig tijd voor persoonlijke aandacht. Videobelsessies gaan nagenoeg alleen nog maar over het bedrijf. Het contact dat we hebben wordt steeds oppervlakkiger. De vrees dat iemand echt gaat vertellen hoe het met hem of haar gaat is iets waar we momenteel geen raad mee weten.
Er ontstaat daardoor een groot gebrek aan Vitamine A (aandacht). Terwijl we dat als mens nu juist zo hard nodig hebben. Zonder die aandacht verdwijnt een andere essentiële factor in het menselijk welbevinden als sneeuw voor de zon: vertrouwen. Dat gebrek aan vertrouwen zorgt weer voor een enorme lading negatieve stress. Oftewel een negatieve spiraal naar de bodem.
Dat dat niet lang goed gaat, kun je op je vingers natellen. Dat blijkt ook het recente testonderzoek van het NCPSB (Nationaal Centrum Preventie Stress en Burn-out). Ze kijken hierbij niet naar een momentopname, maar geven ook een vooruitblik. Dit gebeurt op basis van indicatoren die mogelijke stress en burn-out gerelateerde klachten in kaart brengen.
Volgens het NCPSB hebben we momenteel te maken met 4 miljoen Nederlandse werknemers, bijna de helft van de werkende bevolking, die vanwege burn-out gerelateerde klachten uit kunnen vallen. Deze ‘gedeeltelijke’ lockdown kan daarmee meer kapot maken dan je bedrijf en je medewerkers lief is.
Adviezen waarvan ik zie dat ze voor ruimte zorgen zijn:
- Stop met continue Zoomen (of welke videobel-app dan ook). Wissel digitale sessies af met gewone telefoongesprekken en houd die telefoongesprekken lekker lopend, buiten in de natuur. Beweging en frisse lucht zijn goed voor je lijf en je hersenen.
- Probeer waar mogelijk gedurende de dag van omgeving te veranderen, maar blijf hoe dan ook niet de hele dag op dezelfde stoel zitten.
- Zorg dat meetings maximaal 50 minuten duren in plaats van 60. Zo heb je de mogelijkheid om je benen te strekken, water te drinken en je hersenen te heractiveren.
- Zet alles uit aan het einde van de dag. We missen daarvoor ons ritje naar huis, dus ga met de kinderen spelen, een boodschap doen, ruim je spullen weg. Zorg dat de keukentafel weer de keukentafel wordt.
- Doe iets voor een ander. Je prikkelt daarmee je brein op dezelfde manier als dat je zou doen als je iemand daadwerkelijk ziet.
- Zorg voor positieve energie. Een mooi voorbeeld is de **rappende Meester Martijn**die tijdens de eerste lockdown een TikTok-account aanmaakte om zo met zijn leerlingen in contact te kunnen blijven.
- Stop met continu het (negatieve) nieuws te volgen. Daar ga je toch niets aan veranderen.
Het is de vraag of de kosten van deze gedeeltelijke lockdown opwegen tegen de baten, maar voorlopig moeten we er wel aan geloven. Hang in there.