Een paar keer per week goede stretch- of yoga oefeningen doen verbetert je balans en je mobiliteit. Ook word je er sterker en leniger van. Drie keer per week stevig stretchen is voldoende – en daarvoor hoef je helemaal geen yogaklasje te volgen. Is yoga of stretchen hetzelfde en wat doet het met je lichaam? Dat lichten we in dit artikel toe.
Hoe doe je dat: stretchen?
Als je hardloopt of traint met gewichten, worden je spieren sterker – maar ook korter. Dat gaat ten koste van je flexibiliteit. Daarom wordt stretchen aangeraden: zo rek je de spieren in de lengte. Een goede stretchsessie zorgt ervoor dat je leniger wordt, sterker en mobieler.
Je kunt dynamisch of statisch stretchen. Dynamisch stretchen doe je tijdens het bewegen: bij hardlopen doe je dan bijvoorbeeld hakken-billenoefeningen of een zijwaartse kruispas. Dat werkt het beste vóór de inspanning.
Na afloop van het sporten, of als zelfstandige oefening, werkt statisch stretchen het beste: rekken vanuit stilstand, waarbij je een spier voor een langere tijd – minimaal 30 seconden – oprekt. Dit traint niet alleen de spier, maar werkt ook goed om je hartslag naar beneden te brengen en je hele lichaam te laten ontspannen.
Of toch yoga?
Met de groeiende populariteit van yoga zou je denken dat het doen van yoga oefeningen de allerbeste aanpak is. Maar dat is een persoonlijke keuze: Amerikaanse wetenschappers vergeleken mensen die drie keer per week hatha-yoga beoefenden, de bekendste vorm, met mensen die net zo intensief reguliere stretchoefeningen deden.
Zij zagen geen significant verschil tussen beide groepen. De positieve effecten op de gezondheid waren bij beide groepen deelnemers even groot.
Conclusie: yoga of stretchen, wat is beter?
Wat jij het leukste vind om te doen!