Waarom ‘werken aan vitaliteit’ vaak niet werkt

Hoe behoudt je goede voornemens zoals Dry Januari, Vegan Januari en andere voornemens?

Naast Dry January was er afgelopen maand een nieuwe trend. De vegan januari. Een mooie gedachte, maar het gros van de goede en veelal gezonde voornemens sneuvelt vaak al na een paar dagen.

Sowieso was het dit jaar allemaal wat lastiger. Nu de sportscholen dicht zijn, is bijvoorbeeld meer sporten opeens een stuk moeilijker. Bedenk daarbij dat gedragsverandering onder normale omstandigheden al een enorme uitdaging is en je kunt op je vingers natellen hoe succesvol onze voornemens dit jaar zijn.

Gelukkig staat dankzij corona onze gezondheid ook bovenaan de agenda van menig directieoverleg. Maar ook daar zit men met een uitdaging. Werknemers zijn ‘leuke initiatieven’ moe na de overdaad aan digitale pubquizzes, onlinedisco’s en quarantainebingo’s. Als je dan in dezelfde lijn ook nog het zoveelste vitaliteitsprogramma aankondigt, is de kans groot dat het een stille dood sterft.

De term vitaliteit is jammer genoeg de afgelopen jaren nogal verworden tot managementjargon. Daar komt bij dat de meeste mensen bij vitaliteit uitsluitend denken aan onze fysieke gezondheid: fruitmanden, sportschool, een ommetje maken. Laat de huidige uitdagingen als baanonzekerheid, werkdruk en negatieve stress nou juist veel meer schreeuwen om versterking van onze mentale veerkracht.

Helaas bereik je met zaken als mindfulness, meditatie en bewustwording ook vaak maar een bepaald deel van je werknemers. Degene die het het hardst nodig hebben, hebben er vaak ‘nu even geen tijd voor’.

Als je iets met vitaliteit wil doen, besteed dan in ieder geval evenveel tijd aan hoe je het intern presenteert als aan wat je presenteert. Je kan vitaliteit niet verplichten, dus zorg dat mensen mee willen doen.

Maak het uitdagend, zorg voor inspiratie. Neem als uitgangspunt dat je collega’s zelf ervaren hoeveel beter ze zich kunnen voelen en zorg dat ze daarbij hun eigen verantwoordelijkheid (leren) nemen. Hopelijk zijn zij dan volgende keer zelf de initiatiefnemers.

De grootste reden waarom bij veel bedrijven ‘werken aan vitaliteit’ niet werkt, is simpelweg omdat er een heel ander probleem is waarom mensen niet goed in hun vel zitten. Iets dat met behulp van ‘vitaliteit’ niet aangepakt gaat worden. Vitaliteit als pleister op de verkeerde wond.

Zelfs het meest spectaculaire vitaliteitsprogramma gaat je weinig opleveren als er geen vertrouwen is in het team of de manager. De sportschool of een mindfulnesstraining gaat je collega’s niet helpen beter te presteren als er sprake is van pesterijen of intimidatie.

Als je vitaliteit op de agenda hebt, doe jezelf en je team dan een plezier: kijk eerst hoe het het staat met het onderling vertrouwen.

De uitspraak ‘mensen verlaten managers, niet bedrijven‘ blijkt niet alleen op te gaan voor de sfeer in het team, de individuele prestaties en het werkgeluk. Het heeft ook een significante impact op de vitaliteit van je collega’s.

Professor Paul Zak deed jarenlang onderzoek naar vertrouwen binnen teams. Hij vond dat in teams waar het vertrouwen hoog is, mensen hogere betrokkenheid rapporteren, minder stress ervaren en meer energie hebben. En ze presteren ook nog beter.

Het loont dus de moeite eerst aan het vertrouwen, duidelijkheid en transparantie binnen het team te werken. Helemaal in tijden van thuiswerken. Daar kan geen vitaliteitsprogramma tegenop.